Een heel bizar proces

GroenLinks vindt dat elke Bosschenaar de zorg op maat hoort te krijgen die hij of zij nodig heeft, niet die de zorgverlener toevallig biedt – zo nodig met een persoonsgebonden budget. We onderschrijven van harte het principe van ‘één gezin, één plan, één regisseur’ en het uitgaan van wat het gezin zelf nog kan. GroenLinks is voor vrijwillige inzet en mantelzorg waar het kan, maar wil professionele zorg waar het moet.

arm en rolstoelwiel 1114180_96172014

Er gaat veel veranderen in de zorg en de jeugdhulpverlening. Er moet ook veel veranderen in de zorg en jeugdhulpverlening. Want mensen krijgen nu vaak niet de zorg die ze graag willen en vaak gaat er met jongeren wat mis. Gemeenten kunnen zorgen dat het voortaan beter gaat. Alleen gaat daar de discussie allang niet meer over. Jammer genoeg is er alleen nog oog voor organisatie niet voor de verbetering van zorg.

Het gaat er eerder over of mensen straks nog wel zorg krijgen en of ze niet tussen wal en schip raken. Dat komt door de bezuinigingen die het rijk wil en de snelheid waarmee alles moet veranderen. Na 1 januari wordt de gemeente verantwoordelijk voor veel zorg die het rijk nu nog regelt, voor hulp aan de jeugd en voor het aan werk helpen van inwoners die zelf geen werk kunnen vinden vanwege een beperking.

Drie grote veranderingen tegelijkertijd, vier als je ook de Wet Passend Onderwijs meerekent die al op 1 augustus inging. En steeds veranderde die wetten en bleef het spannend of het Parlement ze wel op tijd zou aannemen. Gemeenten weten tot op de dag van vandaag nog niet precies voor wie ze na 1 januari allemaal verantwoordelijk worden en hoeveel geld ze krijgen.

‘Het voorlopig einde van nogal een bizar proces’ anders kan ik het niet samenvatten. Deze week besprak de Commissie Maatschappelijke Ontwikkelingen hoe we in Den Bosch na 1 januari 2015 de zorg en de jeugdhulpverlening gaan regelen. Twee weken eerder besloten bijna alle commissieleden nog de discussie een maand uit te stellen. Het was die avond volstrekt onduidelijk waar we over spraken.

Die middag discussieerden de Tweede Kamer nog of sommige jongeren nu wel of niet hulp van de gemeenten gaan krijgen. De wethouder kon ons die avond ook nog niet vertellen hoe hij het geld voor de jeugdhulpverlening kon gaan verdelen. En natuurlijk vinden alle partijen het belangrijk te weten wat er naar de grote instellingen gaat en wat er straks overblijft voor vernieuwing in de zorg en de persoonsgebonden budgetten. Gelukkig bleek het toch mogelijk de commissie tussentijds te informeren over de inkooponderhandelingen met 10 grote zorginstellingen in Noord-Oost Brabant en hoe de verschillende budgetten er uit gaan zien. Door een extra commissievergadering in te lassen en straks een extra raadsvergaderingen neemt ook de gemeenteraad van Den Bosch op tijd een besluit.

Namens GroenLinks vroeg ik o.a. aandacht voor de positie van kleine instellingen en ZZP-ers, de mogelijke invoering van de dienstencheque voor huishoudelijke hulp en het vastleggen van het ‘right to challenge’ in de verordeningen. Burgers kunnen dankzij dit recht straks zelf gemakkelijker samen zorg in hun eigen wijk en buurt gaan organiseren. En dat is precies wat GroenLinks graag wil. De tekst van de bijdrage vind je hieronder.

bijdrage extra commissie MO 8 oktober 2014

Dank u wel voorzitter,

Voorzitter, vandaag spreken we in deze commissie over hoe we in onze gemeente per 1 januari de nieuwe WMO – regeling en de nieuwe jeugdwet gaan invoeren.

Als de gemeenteraad op 16 oktober dit raadsvoorstel “aanvullingen Tactisch Kader Jeugdwet en WMO 2015” goedkeurt is dat het voorlopig sluitstuk van een nogal bizar proces.

Heel lang wisten de gemeenten immers niet hoe de wetten er uit zouden gaan zien, of behandeling in het parlement op tijd zou zijn om de invoeringsdatum te halen en ook nu nog is er onduidelijkheid over welke cliënten straks onder verantwoordelijkheid van onze gemeente vallen en hoe hoog de budgetten precies zijn. Ondertussen moesten de voorbereidingen in Den Bosch en in de regio natuurlijk wel doorgaan. Dank aan de wethouders die ons de afgelopen periode goed en tijdig geïnformeerd hebben over de voortgang van die voorbereidingen.

Dat bedoel ik zonder enige ironie – nadat de commissie in haar vorige vergadering terecht meende geen zinvolle discussie te kunnen voeren over dit raadsvoorstel vanwege het ontbreken van essentiële en actuele informatie heeft de wethouder ons goed geïnformeerd over het verloop van het inkoopproces van de jeugdhulp en de consequenties daarvan voor de verdeling binnen het macrobudget.

Voorzitter,

Mijn partij is altijd een groot voorstander geweest van de mogelijkheden die de wijzigingen bieden om de zorg beter te organiseren: de cliënt hoort de zorg op maat te krijgen die hij of zij nodig heeft, niet die de zorgverlener toevallig biedt – zo nodig met een persoonsgebonden budget.

We onderschrijven van harte het principe van ‘één gezin, één plan, één regisseur’ en het uitgaan van wat het gezin zelf nog kan. GroenLinks is voor vrijwillige inzet en mantelzorg waar het kan, maar wil professionele zorg waar het moet.

We zijn nog steeds minder optimistisch dan de gemeente over de beschikbaarheid van een netwerk voor veel van onze inwoners en het aantal vrijwilligers wat straks echt aan de gang gaat.

Wij zijn heel blij dat het college het belang van mantelzorgondersteuning onderkent (pagina 9 raadsvoorstel). Wij zijn natuurlijk ook blij met de ruimhartige toekenning van PGB’s.

We blijven bezorgd over de open eind regeling die kan ontstaan als huisartsen onbelemmerd doorverwijzen. Een goed contact tussen de werkers binnen de sociale wijkteams en de huisartsen is noodzakelijk om dat te voorkomen – bij het bezoek aan het wijkteam in West vlak voor de vakantie kregen wij de indruk dat dit nog veel beter kan. We horen graag van de wethouder of dit inmiddels verbeterd is.

kleine zorgaanbieders

De gemeente heeft gekozen contracten af te sluiten met een beperkt aantal meest grotere aanbieders. Met de WMO-adviesraad constateren wij dat vernieuwing in de zorg de laatste jaren vooral kwam van kleine aanbieders en ZZP-ers. Zij leveren zorg die de grote instellingen (nog) niet willen of kunnen leveren, maar die vaak wel beter aansluit bij de vraag van de cliënt.

De houding van de gemeente om bij kleine aanbieders maar te wachten tot zij zich verenigen of zich als onderaannemer bij een grote instelling aanbieden vindt mijn fractie volstrekt onvoldoende. Juist door het beter faciliteren van ZZP-ers en kleine aanbieders had de gemeente al meer ruimte kunnen scheppen voor de hoogstnoodzakelijke transformatie bij deze transities. Wij verwachten dat dit in 2015 bij de nieuwe aanbesteding heel anders zal gaan.

Right to challenge

We verwachten straks veel van burgers, we verwachten straks veel van burgerinitiatieven. Die burgers moeten dan natuurlijk wel de kans krijgen in hun buurt of wijk goed aan de gang te gaan. Om de positie van burgerinitiatieven te versterken hebben Otwin van Dijk van de PvdA en mijn partijgenoot Linda Voortman bij behandeling van de wet WMO 2015 een amendement ingediend om het recht van burgers om de gemeente uit te dagen vast te leggen. Doordat vrijwel de hele Tweede Kamer met dit amendement instemde kreeg ook in Nederland de “Right to challenge” een wettelijke basis.

Burgers, georganiseerd in een burgerinitiatief, hebben voortaan het recht de gemeente uit te dagen en een bod uit te brengen als zij denken dat ze de zorg in hun buurt zelf beter kunnen organiseren dan de gemeente. In Zwolle, Zutphen, Amsterdam en Utrecht zijn deze maand moties aangenomen om die colleges op roepen om te onderzoeken hoe dit recht snel kan worden opgenomen in de verordening WMO en hoe de burgers daarover goed kunnen worden geïnformeerd. GroenLinks wil van de wethouder weten of hij op de hoogte is van deze ontwikkeling en of hij dit ook in Den Bosch dit recht wil vastleggen in de nieuwe verordening.

dienstencheques

Door tijdig goede afspraken te maken met de aanbieders van huishoudelijke hulp in onze gemeente heeft de wethouder veel onrust voorkomen bij cliënten en onnodige ontslagen bij de werknemers van die organisaties. De afspraken gelden voor drie jaar, maar ook daarna moeten alle Bosschenaren die huishoudelijke hulp nodig hebben die gewoon kunnen krijgen, ondanks de rijksbezuinigingen of de hoogte van hun inkomen. GroenLinks hoort graag van de wethouder of hij daarvoor dienstencheques wil invoeren zoals de gemeente Tilburg al eerder deed en in België al veel langer gebruikelijk is.

Door als gemeente de hulp bij huishouden te blijven organiseren met inkomensafhankelijke dienstencheques, behouden we banen en zorgen we dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt goedkoper, waardoor zwartwerk wordt tegengegaan en meer banen worden gecreëerd. Graag een reactie van de wethouder.
Er valt heel veel meer te zeggen over de beleidsplannen en het raadsvoorstel. Er liggen ook nog veel vragen. Bijvoorbeeld hoe de afspraken tussen de zorgverzekeraar en gemeente er uit zien – wat wordt door straks door zorgverzekeraars gefinancierd? Maar laat ik me nog tot slot tot een belangrijke kwestie beperken: het voortbestaan van Bureau Jeugdzorg.

Het Bureau Jeugdzorg blijft vanwege hoge frictiekosten bestaan tot uiterlijk 2016 staat in het raadsvoorstel. Voorzitter, ik ben bang dat dit een vrome wens is – het Bureau Jeugdzorg blijft vast bestaan tot het einde der tijden!

Vorige maand sprak een vestigingsdirecteur van Bureau Jeugdzorg op een werkconferentie. Ze bracht een lid van de cliëntenraad mee die nog eens benadrukte dat het eigenlijk over mensen moest gaan, niet over organisaties of cijfers. Na deze rituele plichtpleging verzekerde zij de zaal dat er bij het Bureau Jeugdzorg heel weinig gaat veranderen volgend jaar. Natuurlijk vielen er ontslagen maar een groot deel van dat personeel was inmiddels ondergebracht bij sociale wijkteams. Intussen lieten ze alles certificeren om straks gewoon weer door te kunnen gaan. Ruim een half uur een verhaal alleen vanuit het perspectief van de organisatie en het onbelemmerd voortbestaan daarvan. Alles bleef eigenlijk hetzelfde, en de transformatie “dat zien we volgend jaar wel weer.” Dit gedrag, voorzitter, is de doodsteek voor een betere jeugdhulpverlening én gaat de gemeente de komende jaren veel geld kosten.

Ook het Bureau Jeugdzorg wist al enkele jaren dat er grote veranderingen aankwamen – waarom is daar niet op vooruitgelopen?

Het verhaal stond in schril kontrast tot de bijdrage van een medewerker van Bureau Jeugdzorg uit Amsterdam op dezelfde conferentie. Daar is de afgelopen vier jaar door de invoering van een heel andere manier van werken het aantal uithuisplaatsingen gehalveerd. En dat is dubbele winst, want jongeren worden meestal niet veel beter van uithuisplaatsingen en ze kosten geld. Die kosten liepen in Amsterdam terug van 53 naar 35 miljoen.
Als dat in Amsterdam kan – door de werkwijze rigoureus te veranderen, door de missie opnieuw te formuleren – niet de snelle verwerking van de case-load maar het scheppen van veiligheid voor de jongere als uitgangspunt te kiezen – dan kan dat ook in Brabant. Maar dat moet je dat wel willen natuurlijk. Bij de vestigingsdirecteur van Bureau Jeugdzorg leek elk gevoel van urgentie te ontbreken. We vragen ons af hoe de wethouder het komend jaar daar mee om wil gaan en gaat voorkomen dat door dit instellingsgedrag veel levensgeluk en gemeenschapsgeld verloren gaat.

Tot zover voorzitter.

Plaats een reactie